Voor Uitgeverij Oevers mag ik een boek vertalen met de intrigerende titel: Warum das Kind in der Polenta kocht van Aglaja Veteranyi. Korte roman, lange novelle, verpoëtiseerde autobiografie? Sommige literaire teksten zijn niet in één hokje te vangen. De auteur (1962-2002) groeide op in een uit Roemenië gevluchte en door Europa trekkende familie van circusartiesten. Een van de vele verschrikkingen waarmee ze in haar jeugd te maken kreeg, was een vader die een kind had gemaakt bij zijn stiefdochter en vervolgens ook dat kind misbruikte. Een incestdrama waarover je een vuistdikke roman zou kunnen schrijven, maar Veteranyi weet het hele drama te vangen in een tiental zinnen: ‘Mijn zus is alleen de dochter van mijn vader. (…) Haar moeder is de stiefdochter van mijn vader. Zij en haar moeder, de oma van mijn zus en de vorige vrouw van mijn vader, zitten in een inrichting omdat ze gek zijn geworden. Mijn zus is ook gek, zegt mijn moeder, omdat mijn vader van haar houdt als van een vrouw. Ik moet uitkijken dat ik niet ook gek word, daarom neemt mijn moeder mij overal mee naartoe. (…) Mijn zus kan alles veel beter dan ik. Hoewel ze maar een paar jaar ouder is, heeft ze al een verbrijzelde knie. Mijn vader is met een trekker tegen haar been gereden, zodat ze geen man vindt en altijd bij hem blijft. Om bij het circus te horen moet ik eerst ook ernstig gewond raken. Maar dat gaat niet, mijn moeder ligt dwars, ik kan niet eens op het koord klimmen zonder dat ze bijna flauwvalt.’ Wie zó beknopt zóveel kan zeggen is in mijn ogen een literair genie.