(fragment) Ze zweeg even, toen zei ze: ‘Molander ben je kwijt. Je krijgt die film niet meer terug.’‘Ik weet het.’ In het plotseling opflikkerende schijnsel van de zaklamp zag ze hem zijn bril afzetten. Een vleermuis flitste door de lichtkegel. De lamp flikkerde, lichtte nog één keer op en ging uit. Trude schudde ermee. Tevergeefs. […]
Tijl
Toen verscheen Tijl voor het open raam van de kerktoren. Hij zwaaide, sprong op de vensterbank en stapte op het koord. Hij deed alsof het niets voorstelde. Hij deed alsof het een doodnormale stap was. Niemand van ons zei iets, niemand riep, niemand bewoog, we hielden onze adem in. Hij wankelde niet en hoefde niet […]
Je had moeten gaan
(fragment) Zo-even was er een man in de kamer. Hij zag er niet gevaarlijk uit, eerder moe. Het was niet de man van de ingelijste foto, want hij had geen baard, maar ik geloof dat hij op de vrouw met de smalle ogen leek. Ik kon het niet goed zien, omdat hij niet op […]