Op z’n laatst in november

(fragment) Ik liep hem een paar passen tegemoet, ik haastte me om op de loper te komen, bij de tafel vandaan. Achter me zakte alles ook meteen weg. Ik glimlachte, geloof ik, maar hield daar gauw mee op, want Berthold glimlachte niet. Het was ook niet het goede moment om te glimlachen. En toen stonden […]

Rombo

(fragment) Af en toe stappen er toeristen uit die een foto van mij maken. Sommige vragen of het mag, andere niet. Als ze het vragen trek ik een vriendelijk gezicht, anders niet. Wat gebeurt er met die foto’s van mij, vraag ik me af. Waar slinger ik met mijn rugmand rond? In de huizen van […]

Langs de rivier

(fragment) De wind was een les die iedere vreemdeling in de stad moest leren. Er waren de plotseling opstekende nachtelijke stormen, die de lucht vulden met een oorverdovend gerammel, gerinkel, geklepper en gekletter, omdat overal dingen half uit hun verankering werden getrokken, schommelden in de wind, en vroeg of laat helemaal werden losgerukt en door […]

Kreupelhout

(fragment) De dagen van de merel zijn de laatste dagen van januari, in Italië naar men zegt de koudste van het hele jaar. Zo koud dat een merel met haar jongen op een keer bescherming zocht in een schoorsteen. De eerste dag van februari scheen de zon, de merel, voorheen wit en stralend, kwam tevoorschijn […]

Winnetou

(fragment) ‘De vrouwen van de bleekgezichten zijn niet zo teerhartig als u denkt. Ze kunnen heel goed tegen pijn, dat wil zeggen tegen de pijn die anderen lijden, of het nu mensen of dieren zijn. Ik ben nooit bij jullie geweest, maar Klekih-petra heeft het ons verteld. En Winnetou heeft de grote steden in het […]

Het onkind

(fragment) Ik ben nooit vergeten hoe ik voor het eerst de betekenis van een uitdrukking begreep die elke avond onder het eten viel, wanneer de oude boer de jonge knechten of ook zijn logés iets uitlegde over het weer, het vee of de wispelturige Here God, en zijn korte betoog steevast afsloot met de duistere […]

Grand Hotel

(fragment) ‘Het is net als met die barkruk,’ antwoordde Otternschlag; hij leunde met zijn ellebogen op zijn knieën en zijn in de lucht hangende handen trilden lichtjes.  ‘Welke barkruk?’ vroeg Kringelein. ‘Die barkruk waar u het over had. U zei daarstraks dat barkrukken helemaal niet zo hoog zijn. Die had u zich hoger voorgesteld, dat […]

Na de vlucht

(fragment) xiv. Elke vluchteling arriveert op zijn manier. Sommigen de ochtend na de vlucht, anderen op het moment dat ze hun inburgeringsdiploma krijgen. Sommigen telkens opnieuw, anderen nooit. Bij zijn moeder gebeurt het op de dag dat ze weer gastvrouw mag zijn. Op de avond dat ze voor het eerst in het nieuwe land iemand […]

Tijl

Toen verscheen Tijl voor het open raam van de kerktoren. Hij zwaaide, sprong op de vensterbank en stapte op het koord. Hij deed alsof het niets voorstelde. Hij deed alsof het een doodnormale stap was. Niemand van ons zei iets, niemand riep, niemand bewoog, we hielden onze adem in. Hij wankelde niet en hoefde niet […]

Wedervaring

(twee fragmenten) Het was 22 april, een woensdag, en ’s avonds nog zo warm dat ze buiten konden eten, hij en de vrouw die hij nauwelijks kende maar al niet meer kwijt wilde, een besef dat bijna op het ritme van zijn hartslag tot hem doordrong toen hij een sigaret opstak, de datum, de dag, […]

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven