Ondertussen had Henri een tuinman ontdekt. De man uit het volk wilde zich in veiligheid brengen zodra hij de prinsen herkende. Henri riep: ‘Kom hier of het loopt slecht met je af!’ Toen schuifelde de sukkelaar gebukt naderbij.
‘Pak je mes! Snij de rijpste meloen open!’ Pas toen hij al de helft had verslonden, noemde hij de vrucht waterig en zuur. ‘Is dit het beste wat jullie hebben?’
De knecht verontschuldigde zich met de opmerking dat het te veel had geregend. Henri zei: ‘Ik vergeef het je.’
Daarna stelde hij vragen over de tuin en de levensomstandigheden van de tuinman, terwijl hij doorging met eten. ‘Kom naar Navarra,’ zei hij toen, ‘daar geef ik je echte meloenen te eten! Kijk niet zo dom! Ken je Navarra niet? Het is een groter land dan Frankrijk. Ook de meloenen zijn er groter.’
‘En jouw buik,’ zei de andere Henri, die Monsieur werd genoemd. Want zijn rare neef had de vrucht helemaal alleen opgegeten. ‘Ik lust er nog wel een,’ zei hij zelfs.
‘Veelvraat,’ schimpte Henri van Valois, maar dat bekwam hem slecht. Henri van Bourbon riep: ‘Moet je een schop onder je achterste?’ en hij trok zijn voet al uit de aarde. Voor hij rechtop stond, liep de ander weg, met zijn broertje huilend achter zich aan. Henri had zich niet laten kennen.
Een konijntje sprong langs hem heen, hij holde erachteraan. Het kroop weg, hij joeg het op, maar het liet zich niet vangen. Hij was buiten adem van de jacht. ‘Henri!’ Daar stond zijn zusje met een ander meisje naast zich. Ze was groter dan Catherine, ongeveer van zijn leeftijd. Hij vermoedde wie het was, maar kon aanvankelijk geen woord uitbrengen van verbazing. Zijn zusje zei: ‘We hebben je gezocht. Margot was nieuwsgierig.’
‘Maakt u zich altijd zo vuil?’ vroeg Marguerite van Valois, de zus van de koning.
‘Ik had zin in een meloen,’ antwoordde hij, en hij voelde zich beschaamd. ‘Wacht, ik geef u er ook een.’
‘Alstublieft niet.’
‘Ik begrijp het. Er zouden vlekken op uw mooie jurk kunnen komen.’
Ze lachte, want ze dacht: En ook op mijn gezicht. Ik ben opgemaakt, dat ziet die boer niet eens.
Wat een meisje! Zo iemand had hij nog nooit gezien. Zijn kleine Catherine, van wie hij zielsveel hield, leek naast haar een ganzenhoedster, ondanks haar zondagse kleren. Marguerite had de kleur van rozen en anjelieren, en die mochten nog blij zijn. Haar witte jurk zat strak tot aan de heupen en stond naar beneden toe wijduit in stijve plooien, glinsterend van goudborduursel en kleurige edelstenen. Ook haar schoenen waren wit, er hing wat aarde aan. Henri volgde een ingeving; hij knielde neer en verwijderde de aarde met zijn lippen. Toen stond hij op en zei: ‘Mijn handen waren niet schoon genoeg.’
Zijn toon werd intussen onvriendelijk omdat het meisje hautain lachte. Hij nam zijn zusje terzijde en fluisterde tegen haar, maar zo dat de ander het wel moest horen: ‘Nu til ik haar rok op, ik moet toch weten of ze benen heeft, net als andere meisjes.’ Het lachje van de kleine prinses verstarde. Hij voegde er nog aan toe: ‘Haar neus is te lang. Catherine, je kunt haar weer meenemen.’
[fragment uit Heinrich Mann, De jeugd van koning Henri Quatre (Die Jugend des Königs Henri Quatre, 1935), vert. José Rijnaarts. Uitgeverij Atlas, 2011]
Waardering
- De jeugd van koning Henri Quatre is in de eerste plaats een historische roman met verwijzingen naar de actualiteit van de jaren dertig (…) Maar je kunt net zo goed van een ontwikkelings-, avonturen- of zelfs schelmenroman spreken (‘De list regeert het leven,’ zegt Henri ergens). (…) Soms is het moeilijk om alle leden van de Franse, Spaanse, Engelse of Oostenrijkse vorstenhuizen uit elkaar te houden, de vele conflicten en intriges te doorgronden. Toch blijf je geboeid doorlezen, niet in de laatste plaats door Manns uiterst directe en snelle stijl, zijn gevoel voor humor, satire en gags. Stilistisch zorgt hij voor afwisseling met innerlijke monologen, perspectiefwisselingen en vervreemdingseffecten. Ieder hoofdstuk wordt afgesloten met een in het Frans geschreven ‘moralité’, in de aanhang vertaald. Wil Rouleaux in NRC Handelsblad
- De jeugd van koning Henri Quatre is een groots opgezet, exuberant maar ook strak gecomponeerd fresco van de godsdienstoorlogen. Een fresco dat ons als een spiegel wordt voorgehouden. Het is een boek dat de intolerantie en het fanatisme aanklaagt, in de 16de eeuw, in de jaren dertig toen Mann het schreef, maar evengoed vandaag. Marc Holthof in De Tijd
Waardering van de vertaling
- De Nederlandse uitgave van De jeugd van Henri Quatre verschijnt in de onvolprezen ‘Duitse Bibliotheek’ van uitgeverij Atlas, bijna een garantie voor een goede vertaling. José Rijnaarts laat zich van haar beste kant zien, een voortreffelijk werkstuk. Wil Rouleaux in NRC Handelsblad.
- Eerste, voortreffelijke vertaling in het Nederlands van de meeslepende historische roman uit 1935 van de beroemde Duitse schrijver (1871-1950) over de jeugd van de Franse koning Hendrik IV (1553-1610) tot aan het begin van zijn koningschap. J. Hodenius: NBD Biblion