(fragment)
Af en toe stappen er toeristen uit die een foto van mij maken. Sommige vragen of het mag, andere niet. Als ze het vragen trek ik een vriendelijk gezicht, anders niet. Wat gebeurt er met die foto’s van mij, vraag ik me af. Waar slinger ik met mijn rugmand rond? In de huizen van vreemden in het buitenland? Zelf ben ik nog nooit in het buitenland geweest, mijn man
vroeg altijd wel of ik niet met hem mee wilde, hij zou me aan werk kunnen helpen, maar ik wilde nooit. Misschien krijg ik er ooit spijt van, ik weet het niet. Iemand zei eens dat het er zo mooi uitzag, mijn kraampje met de kathedraal en de bergen erachter. Toen ik dat aan mijn zus vertelde, moest ze lachen. Verbeeld je maar niets, zei ze, voor hen ben je niet meer dan
een steen of zo. (…)
Pal tegenover mijn kraampje, aan de overkant van de rivier, rijst de berg op
waaronder de eerste aardbeving lag, ze zeggen precies eronder, of zelfs erin. Alles hier was compleet verwoest. Veel is weer opgebouwd, maar het landschap vergeet niet wat het heeft meegemaakt, overal staan nog ruïnes en ligt nog puin van huizen, hier en daar groeien er alweer bomen en struiken uit en is er klimop overheen gekropen. Soms zou ik graag iets zeggen tegen de berg, als ik daar zo sta in m’n eentje en niemand me hoort. Hou jij je nou
maar koest, bijvoorbeeld. Wat je toen hebt gedaan mag je nooit meer doen. Maar het is te laat. De wereld om ons heen is anders geworden.
[fragment uit Esther Kinsky, Rombo (Rombo, 2022), vert. Josephine Rijnaarts. Pluim, 2022]
Waardering
- Genomineerd voor de Deutsche Buchpreis 2022 (longlist)
- De herinneringen komen hortend en met veel herhalingen boven. Alsof een groep mensen door elkaar heen praat en je dan weer flarden van de een, dan weer van de ander oppikt. Deze meerstemmigheid is de draagbalk van het boek en geeft een reportage-gevoel: (…) Hier zijn echte mensen aan het woord, families die door natuurgeweld, armoede, arbeidsmigratie in een ruwe wereld leven. Hier mixt Kinsky nieuwe genres: documentaireliteratuur, montageliteratuur. (…) Kinsky schrijft zintuiglijk en met grote precisie, hierin herken je de dichter en vertaler. (…) ‘In de begintijd van de geologie’, schrijft Kinsky, ‘bestond er een wetenschap die abissologie heette. De leer van de kloven, afgronden en holle ruimten, waarin opgesloten als in een amandelpit het vergetene zit, het kwijtgeraakte.’ Met dit boek schreef ze een gonzend verslag van alles wat onthouden en teruggevonden werd. Iduna Paalman. De Groene Amsterdammer, n. 50, 14 december 2022
- De persoonlijke verhalen zijn gevat in monologen die doen denken aan het werk van Nobelprijswinnares Svetlana Alexijevitsj (…). Door individuele herinneringen te vermengen met kennis uit de geografie, antropologie en biologie maakt Kinsky een impact zichtbaar die met het blote oog niet waar te nemen is. De heldere opbouw en de persoonlijke verhalen maken Rombo makkelijker toegankelijk dan Kinsky’s vorige romans, zonder af te dingen op kwaliteit. Karen Billiet. De Standaard, 10 september 2022
- Deze meesterlijk gecomponeerde vertelling is (…) het lezen waard, al was het maar om je bepaalde beelden niet te ontzeggen, zoals die van karstige kalkstenen ‘waarvan het verblindende wit tot op de dag van vandaag wordt toegeschreven aan de vele botten van de gevallen soldaten aan het Isonzofront’. Len Buggenhout. Mappalibri.be, oktober 2022
- Kinsky’s oog voor alledaagse details en haar prachtige stijl, soms bloemrijk, dan weer bedrieglijk eenvoudig, maken Rombo tot een indringende leeservaring. Katja de Bruin. VPRO-gids 40. 1-7 oktober 2022
- In Esther Kinsky’s new novel language becomes the highest form of compassion and solidarity — not only with us human beings, but with the whole world, organic, non-organic, speaking out with many mouths and living voices. A miracle of a book; should be shining when it gets dark. Maria Stepanova. New York Review Books, december 2022